Wanneer men een andere voorstelling van zaken had bij het aangaan van een overeenkomst, heeft men gedwaald. Dit kan leiden tot het vernietigen van de overeenkomst, waardoor deze geheel of gedeeltelijk, en met terugwerkende kracht, niet meer bestaat. Ook kan de rechter de overeenkomst aanpassen om het nadeel van het aspect waarover men heeft gedwaald ‘recht te trekken’ (te compenseren).Ook bij energieleveringsovereenkomsten kan sprake zijn van dwaling. Een goed voorbeeld daarvan vormt de procedure die Erwin Dingenouts voor de afnemer van energie voerde tegen Eneco en Stedin. Zonder het vooraf te weten moest de consument volgens de leverancier het gasverbruik voor het gehele pand betalen, en niet enkel voor zijn eigen etage. Dat leverde voor het eenpersoonshuishouden van de afnemer een onbetaalbare afrekening op. Namens de klant beriep Erwin zich op dwaling. Zowel de kantonrechter als het gerechtshof oordeelden dat er sprake is van wederzijdse dwaling. Dat betekent dat beide contractspartijen uitgingen van een andere situatie, dan de werkelijke situatie. De gevolgen daarvan blijven in dit geval voor rekening en risico van Eneco en Stedin. De consequentie hiervan is dat de afnemer de rekening niet hoeft te betalen, en het door hem (al) teveel betaalde terugkrijgt. De uitspraak van 26 maart 2013 van het gerechtshof Den Haag kunt u hier vinden.
Een tweede voorbeeld van een geslaagd beroep op dwaling (in dat geval bij een huurovereenkomst) kunt u hier vinden.