+31 (0)10 71 44 600 info@inigo.nl

Er is de laatste jaren veel te doen over kosten die netbeheerders aan de consument berekenen voor de verwijdering van de gasaansluiting. Dit betreft dan vooral de situatie waarin de consument (enkel) de Aansluit- en TransportOvereenkomst (ATO) opzegt en niet van plan is binnen afzienbare termijn een nieuwe af te sluiten. De netbeheerder meent dan dat zij die gasaansluiting (die haar eigendom is) dient te verwijderen. Dat bijvoorbeeld met als argument dat dit is om te voorkomen dat nog gas kan worden afgenomen, of dat dit nodig is vanwege veiligheidsredenen.

Wanneer de consument opdracht geeft tot verwijdering, kan dat gezien worden als een afzonderlijke overeenkomst tot verwijdering. Veelal geschiedt dat via mijnaansluiting.nl, een website gestart door netbeheerders. Na goedkeuring van een offerte voor verwijdering ontstaat er in beginsel een betalingsverplichting voor die verwijdering (zie ook wat ik daar eerder over schreef).

Dat ligt echter anders wanneer de consument géén (afzonderlijke) opdracht geeft tot verwijdering.

Op 4 augustus 2020 werd een relevante uitspraak gedaan door de kantonrechter Assen in een procedure waarin Erwin Dingenouts de gasverlater bijstond, en zowel Erwin en de gasverlater weer werden ondersteund door een groep gasverlaters verzameld op het Tweakersforum “Gas de deur uit doen: Gratis of toch niet?”.

In deze procedure is allereerst in het tussenvonnis van 17 december 2019 geoordeeld dat de netbeheerder Rendo haar algemene voorwaarden niet op tijd had verstrekt, en de voorwaarden dus vernietigd konden worden door de gasverlater. Daardoor oordeelde de kantonrechter dat er geen contractuele reden was voor de gasverlater om de factuur voor verwijdering van de aansluiting te betalen. Onderzocht moest nog worden of er dan een andere grondslag voor betaling van die kosten was. Rendo beriep zich op de Tarievencode Gas waaruit de betalingsverplichting zou volgen. Dat werd door de gasverlater bestreden.

In een uitgebreid gemotiveerd eindvonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat de netbeheerder onvoldoende onderbouwd heeft dat er een wettelijke grondslag is om de kosten voor het (ongevraagd) verwijderen van de gasaansluiting aan de gasverlater in rekening te brengen. Daarbij is de kantonrechter ook nog ingegaan op de stelling van Rendo dat ook de ATO zelf grondslag bood voor het berekenen van die kosten. Mede vanwege de diverse beschermende bepalingen van het consumentenrecht waarop de gasverlater een beroep deed, heeft de kantonrechter ook dat standpunt van de netbheeerder verworpen.

Dat betekent dat er geen contractuele en geen wettelijke grondslag bestaat voor toewijzing van de vordering, zodat die wordt afgewezen.

Een mooie uitkomst voor de consument die voor het simpelweg opzeggen van een overeenkomst niet rekent op een rekening van vele honderden euro’s.

Mede vanwege de uitgebreide en sluitende motivering van dit eindvonnis is deze van belang voor alle gasverlaters en eventuele nieuwe rechtszaken over deze kwestie.