Gemeente moet onderhoudsklachten huurder aanpakken
Een Rotterdamse huurder heeft ernstige gebreken aan zijn woning. De woningcoöperatie doet niets, waarop de huurder een onderhoudsklacht indient bij de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting (dS+V) van de gemeente Rotterdam. Deze dienst heeft als taak te onderzoeken of er gebreken bestaan aan het pand die in strijd zijn met de regelgeving.
Worden deze niet voortvarend door de eigenaar worden verholpen, dan kan de deelgemeente de eigenaar onder druk zetten, bijvoorbeeld door het opleggen van een last onder dwangsom of het in eigen beheer uitvoeren van de noodzakelijke werkzaamheden, op kosten van de eigenaar. De huurder kan hierbij de hulp van de gemeente inroepen.
Handhaven
Een huurder heeft veel belang bij dit ‘handhavend optreden’ van de de deelgemeente. In dit geval vond men het niet nodig om op te treden omdat afspraken waren gemaakt met de woningcorporatie. Deze had toezeggingen tot herstel gedaan. Ondertussen bleef herstel echter uit. De huurder wordt in deze zaak bijgestaan door Erwin Dingenouts, die als eerste bezwaar maakt tegen het nietsdoen en vervolgens beroep instelt bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en geoordeeld dat de deelgemeente niet goed heeft uitgelegd waarom zij niet wil optreden op grond van de Woningwet. De deelgemeente moet haar huiswerk overdoen en een nieuwe beslissing nemen.
Gevolg van de uitspraak
Deze uitspraak betekent dat de dS+V en de deelgemeente meestal niet kunnen volstaan met een weigering om handhavend op te treden tegen een eigenaar die gebreken laat bestaan in zijn pand, ook niet wanneer er afspraken met de eigenaar van het pand zouden bestaan. Dit geeft de huurder een extra mogelijkheid om druk te zetten op zijn verhuurder om gebreken aan het gehuurde te verhelpen.
De uitspraak kunt u hier vinden.