Een vreemdeling uit het voormalig Joegoslavië procedeert jaren lang voor een verblijfsvergunning. In een aantal van deze procedures wordt hij bijstaan door een rechtskundig adviseur (geen advocaat), die hem in totaal ongeveer € 4.000,– in rekening brengt voor rechtshulp. Deze adviseur maakt echter ernstige fouten. Zo laat hij een beroepstermijn verstrijken zonder beroep in te dienen, waardoor een beslissing van de IND niet meer kan worden aangevochten. Verder brengt hij te hoge bedragen in rekening voor een beperkt aantal handelingen. De vreemdeling is niet tevreden en vraagt zijn geld terug, maar dat wil de adviseur niet terug betalen.
Merijn de Jong schrijft een brief aan de adviseur waarin hij terugbetaling eist, maar dat helpt niet. Vervolgens dagvaardt De Jong de adviseur voor de kantonrechter. Deze oordeelt dat de adviseur geen recht heeft op € 4.000,–, maar dat hij slechts € 1.500,– in rekening had mogen brengen. Het verschil moet de adviseur terugbetalen.
De uitspraak van de rechter vindt u hier.